ZCFC door de jaren heen
Onze historie 1981-2006
‘Dat is lekker’
Jaap van der Vaart, de opvolger van de legendarische Jan Eshuijs, was net voor zijn B-diploma geslaagd en gooide in een keer al zijn knowhow eruit. “Als de keeper,” begon Van der Vaart zijn betoog, “de bal in zijn handen heeft, moet hij goed kijken. Of hij trapt de bal uit naar een van onze spitsen (‘hé, Eef Muller let je wel even goed op!?’), of hij gooit de bal naar een van de backs, die dan wel vrij moeten lopen.” Enfin, dat ging zo door tot manager Jan Duyvis sr. op zijn horloge keek en de trainer verzocht om meer vaart in zijn verhaal te brengen. “Het is namelijk al kwart voor twee,” voegde Duyvis er dwingend aan toe. “Dat is lekker,” antwoordde Van der Vaart, “ik ben nog niet eens aan de halflinie toegekomen. Moeten we nu echt al weg?” Onze teammanager had zijn jas al aangetrokken en rammelde nerveus met zijn autosleutels. Eenmaal aangekomen op het Oostzijderveld was tegenstander Geinoord al aan het warmlopen. Het deerde Van der Vaart niets. Hij was helemaal in de ban van zijn net afgeronde studie. “En als het kan,” zei hij tegen Hans Dekker, “moet je net als Wim Suurbier langs de lijn penetreren.” En dat knoopte de toenmalige bulldozer goed in zijn oren. Tot vandaag de dag plukt de inmiddels bejaarde rechtsback vruchten van Jaaps peptalk.
Parapluhangen
Omdat tegen het einde van 1991 de prestaties om te huilen waren werd het tijd voor maatregelen. “De toestand was zorgelijk,” erkende voorzitter Paul Klijn. Trainer Rien Heyne werd terzijde geschoven en Frank Bruijnesteijn wederom met open armen ontvangen. Voetballen konden we niet, maar in spelletjes waren wij de ware kampioenen. Zo won de Zaanse Sinterklaas Jo Barendsma met Willem Tokkie een klaverjasdrive, bestond er tijdens een ZCFC-dag grote belangstelling voor het parapluhangen. Ook met het eerste ging het steeds beter. Onder de bezielende trainer Ben van Meeteren moesten nu eindelijk eens de vette jaren aanbreken. Maar was dat ook zo? Ad interim voorzitter André de Boorder loste daarvoor het startschot tijdens zijn nieuwjaarsboodschap. Hij wenste alle Zetters een bruisende competitie toe. Goed nieuws kwam er ook uit de papierkelder. Krantenman Willem Kraay had becijferd dat er 20.910 kilo oudpapier ter waarde van f 836,40 was opgehaald. ‘Krabbe’ vond het trouwens schandalig dat de Zaanse pers daar geen melding van had gemaakt. Complimenten gingen uit naar Mark van Berkum en Robert van Tellingen. Ongelooflijk maar waar: zij lieten tijdens de Winterspelen in Albertville voor heel tv-kijkend Nederland de ZCFC-vlag in het ijsstadion wapperen. Heerste er nog steeds alarmfase 2 rond het eerste elftal, in de bestuurskamer werden diverse plannen besproken en uitgewerkt. Zo zag de ‘Club van 100’ het levenslicht en vroeg men zich tevens af of het tot een fusie moest komen met Blauw-Wit en de korfballers van ZKC. Ook werd er gedacht aan een standbeeld voor Cees Rootlieb. Vrijwel in zijn eentje wist hij Zet voor degradatie te behoeden. Gerard Grabijn, Herman Tokkie en Han de Jong hadden dat allemaal nog mee mogen maken. Deze clubmensen overleden kort na elkaar.
Gouden schoenen
Han de Jong, huisjournalist van ZCFC en voor De Zaanlander, speelde tot op hoge leeftijd bij de veteranen en zag in de loop der jaren het materiaal beter worden. Kon je vroeger alleen kiksen kopen van de merken Quick, Adidas en Puma, tegenwoordig heb je zelfs bij Bristol al de keus uit diverse merken. Gouden schoenen, zilveren boots, blauwe. Alleen de schijfremmen ontbreken er bij wijze van spreken nog aan. Ook de leren ballen met een veter die op een nat veld zo zwaar als kogels werden, behoren tot de voltooid verleden tijd. Bij Piet Wolters uit het Koogse Bloemwijk haalde je weleens een zak met ballen – of wat daar voor moest doorgaan – op. Ome Piet was het manusje-van-alles bij ZCFC. Hij was kantinebaas, pupillentrainer en vertrouwensman van een hoop spelers. Piet was de enige die CSCA uit Amstelveen op een schitterende manier wist te verbasteren. “Ja jongens, zei Piet als Zet weer eens tegen die club moest spelen, “dat wordt zaterdag een zware. Cee-cee-es-a is een hele goede ploeg.” Een aantal van ons zal zich misschien nog het moment herinneren, toen Piet bij een wedstrijd van het eerste voor een brancard moest zorgen. Het was op het Oostzijderveld, toen er een voor jaffa op de grond lag. Maar er was geen brancard. Kom op, dacht Piet, dan tillen we toch een deur uit de sponningen. En hup daar ging Piet in gezelschap van Leen Bekker naar de plaats des onheils. Gepikeerd moesten zij terug van de scheidsrechter, om even later dan maar op een ladder de geblesseerde speler weg te dragen…

1e elftal 1993/1994- Sportpark De Kalverhoek Boven v.l.n.r.: Steven Meijer, Martin Tokkie, Lex Segveld, Milo Smis, Bob van Dijk, Kenrick Heijn, Gerrit Kant (grensrechter), Erik Berends, Rinus Segveld (elftalleider), Paul Conijn (verzorger). Onder v.l.n.r: Arjan Pieters, Frank Janssen, Ronald Heine, de Pupil van de Week Maurice Hagendijk, Wil de Jager, Erik Geerts, Cees Rootlieb, Wim Heine, Ben van Meeteren (trainer).