Roken in de rust

Ook in ander opzicht haperde er soms wat. Goal van oktober ’54: “Mogen wij speciaal onze junioren eraan herinneren dat we een christelijke club zijn? Het is namelijk opgevallen dat sommigen op het veld en in de kleedkamer termen bezigen waarvan een bootwerker rode oren zou krijgen.” Piet Hermanides, aanvoerder van de junioren, klaagde dat sommige spelers rookten in de rust. “Dat is heel slecht voor het uithoudingsvermogen.”

De jeugdafdeling groeide gestaag.

Begin ’55 waren er 6 welpen, 15 adspiranten en 25 junioren. In 1956 werd het 25-jarig bestaan gevierd met een feest in ‘Ons Huis’ op de Gedempte Gracht. In de jubileumuitgave van Goal schreef redacteur Han de Jong: “Vol verwachting zien wij vooruit en wensen dat de volgende 25 jaar een, ondanks alles, toch even vlot verloop zullen hebben als de eerste. Met medewerking van alle leden zal dat werkelijk wel gaan. Dat het in de toekomst nog doelpunten mag regenen (aan de voor ons goede kant) en dat ZCFC dezelfde gezellige en bloeiende vereniging mag blijven.” H. Freeke werd voor de derde keer benoemd tot trainer. Hij kondigde in Goal aan aan drie basis-elementen te gaan werken: baltechniek, lichaamstechniek en looptechniek. Maar opnieuw hield hij het snel voor gezien en werd met ingang van het seizoen ‘57/’58 opgevolgd door Arie Koetsier. Vier maanden later liet deze somber weten: “Het is met de mentaliteit bij ZCFC niet best gesteld. We waren op de goede weg, maar waar we drie maanden aan hebben gebouwd maken jullie door gebrek aan animo in één maand weer kapot.” De kritiek van trainer Koetsier zal niet de groei van de club hebben gegolden. ZCFC deed inmiddels aan de competitie mee met 4 senioren-, 2 junioren- en 4 adspirantenelftallen. Het 1e elftal had als tegenstanders HCSC, Blauw-Wit, Dindua, EVC, NeHaMij, Vlug&Vaardig, Marken, Kromhout en PVWA. De prestaties bleven beneden verwachting en pas aan het slot van de competitie werd aan degradatie ontkomen. Het seizoen erop (1959/’60) ging het een stuk beter. Zet werd kampioen, maar ook deze keer via ‘de groene tafel‘. Aanvankelijk was ZCFC op de tweede plaats geëindigd, achter HCSC.

De uitwedstrijd in Den Helder was namelijk met 1-0 verloren en hoewel Zet na afloop van deze wedstrijd een protest had ingediend wegens het niet toekennen van een penalty (die penalty werd in de stromende regen alsnog benut) had HCSC al uitbundig het kampioensfeest gevierd. Een groot aantal ZCFC’ers was naar het Amsterdamse hotel Krasnapolsky getrokken waar het protest zou worden behandeld. De scheidsrechter verklaarde de handsbal wel te hebben gezien maar de voordeelregel te hebben toegepast. Een uitleg die wel erg mager was, zodat de commissie het protest van Zet toekende. De uitslag werd daardoor veranderd in 1-1 en Zet was alsnog kampioen. Feest dus in Zaandam, beteuterde gezichten in Den Helder.

Promotie op stadionveld

Voor een plaats in de 3e klas moesten nu promotiewedstrijden worden gespeeld tegen het Utrechtse Desto en Sizo (Hillegom). De uiteindelijke beslissing viel op 30 april 1960 toen Zet voor 2500 (!) toeschouwers met 3-2 wist te winnen van Sizo. Het team van ZCFC bestond uit Rudi de Waal, Rinus en Harry Segveld, Bouwe Bakker, Henny Mol, Wim Bleij, Ger van Dongen, Jan Kan, Gep Tel, Bertus van der Ben, Ab Jansen. Trainer was Arie Koetsier, elftalleider Piet Janse en grensrechter ‘ome’ Dirk Pos. Die wedstrijd op Koninginnedag werd gespeeld op het zogenoemde stadionveld, nabij de rotonde op de Kon. Julianaweg. ZCFC mocht van dat veld gebruik maken na weer eens een opmerkelijk voorval. Het was in 1959 een abnormaal droge zomer geweest en ook bij het begin van de competitie waren de velden kurkdroog. In oktober vonden de experts van de gemeente Zaandam het hoog tijd om ons veld op sportpark Westzijderveld om te spitten en van nieuwe graszoden te voorzien. Niemand van Zet werd daar echter vooraf in gekend en dus was de schrik groot toen men tot de ontdekking kwam dat een groot deel van het veld al ‘bewerkt’ was en er dus voorlopig niet kon worden gevoetbald. Er verschenen grote stukken in de krant: ‘ZCFC eist stopzetting van moedwillige vernieling veld. Zaterdagclub dreigt alle 13 elftallen uit de competitie terug te trekken.’ Ingezonden stukken volgden waarbij een wethouder olie op het vuur gooide door op te merken dat ZCFC als christelijke vereniging de gemeente de schuld had gegeven van de langdurige droogte. Het Zet-bestuur in een reactie: ‘Een volkomen dwaze opmerking, waaruit een geestesgesteldheid spreekt die wij thans niet meer voor mogelijk hadden gehouden.’ Slot van het liedje was dat ZCFC voor de rest van het seizoen gebruik mocht maken van het ‘stadionveld’. Dat droeg die naam omdat op die plek ooit een ‘stadion’ had moeten komen voor een Zaanse profclub die zou ontstaan als ZFC en KFC gingen fuseren tot FC Zaanstreek. Van dat samengaan is het niet gekomen. FC Zaanstreek bleef beperkt tot de betalende tak van KFC en ging uiteindelijk een fusie aan met Alkmaar ’54, zodat AZ ontstond.

Punt te weinig

In de 3e klas kon ZCFC zijn hart ophalen met tegenstanders als De Geuzen, Jong Holland, CSCA (Amstelveen), Kennemerland en SDCP (Putten). Laatstgenoemde maakte ZCFC dat meteen duidelijk: in Putten werd met 9- 2 verloren. ‘Drama voor ZCFC’, kopte ’s maandags De Typhoon. Geleidelijk wist Zet zich echter aan te passen aan het hogere niveau en door zes overwinningen op rij was halverwege de competitie ‘het linker rijtje’ gehaald. Aan het eind van het seizoen kwam Zet slechts één punt te kort om te promoveren. Het volgend seizoen begon met een opmerkelijk succes. Aan een door de gemeente Zaandam (ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de stad) georganiseerd toernooi deden (behalve Zilvermeeuwen) alle Zaandamse clubs mee. ZCFC wist de finale te bereiken en versloeg daarin voor duizend toeschouwers Zaanse Boys met 3-0 (goals van Jaap van Elsland, Jan Kan en Bertus van den Dongen). De eerste prijs was een radio ter waarde van 150 gulden (s 60), bestemd voor het nog te bouwen clubhuis. Het team dat daar voor zorgde bestond uit Piet Meijns, Jan Kan, Jaap van Elsland, Bertus van den Dongen, Bouwe Bakker, Rinus Segveld, Gep Tel, Gerrit Hobbelink, Ger van Dongen, Henny Mol en Jan van het Kaar. Elftalleider was Piet Janse, in de pers inmiddels aangeduid als ‘manager’. ZCFC stond volop in de belangstelling van het Zaanse publiek. Steeds meer mensen bezochten de thuiswedstrijden en ook bij de uitwedstrijden kon men rekenen op