In oorlogstijd In de Tweede Wereldoorlog raakte het hele leven in elk opzicht stap voor stap ontregeld door toedoen van de Duitse bezetter. Misdaad en terreur, schaarste en honger zijn aan de orde van de dag. De secretaris van ZCFC schrijft moedig in zijn jaarverslag over 1941/’42: “Ons Nederlandse hart bloedt uit vele wonden. Wat is er van onze, zo hoog geroemde vrijheid geworden. Wij hopen van harte, dat er spoedig een verandering ten goede moge komen.” Twee ZCFC’ers verliezen door toedoen van de Duitsers het leven: militair Henk van den Bos en verzetsstrijder Hans Fuykschot. Toch werd in die oorlogsjaren nog gevoetbald, maar Zet doet ’t niet best. Het eerste staat onderaan en het tweede moet wegens de vele bedankjes worden teruggetrokken. “Wat een figuur slaan we zo in ons voetbalwereldje”, verzucht de secretaris. Het was in die jaren heel gewoon als de ene week ZCFC 1 speelde en dat de volgende week hetzelfde elftal, maar dan onder de naam ZCFC 2, in het veld verscheen. Het veld bij VVZ werd per wedstrijd gehuurd, waarbij per contract was vastgelegd dat 10 leden van VVZ gratis mochten kijken naar de wedstrijd van het 1e elftal van ZCFC. Het spelen van wedstrijden werd trouwens steeds moeilijker en vooral uitwedstrijden vormden vaak een probleem. Toen de wedstrijd tegen Dindua op het programma stond stelde de Enkhuizense club voor om in Hoorn te spelen. Haar spelers konden dan op de fiets komen en Dindua betaalde voor de Zetspelers het treinkaartje ZaandamHoorn. Toen Jong Holland zou komen voetballen hadden ze bij de stationsstalling in Zaandam 12 fietsen gehuurd om vandaar naar de Oostzijde te kunnen fietsen. Een briefje uit Alkmaar: “Mocht de wedstrijd eventueel door terreinafkeuring niet doorgaan, wilt u dan doorgeven dat de huur van de fietsen niet doorgaat zodat ze aan anderen kunnen worden verhuurd.” Sigaretten en havermout Verbazingwekkend is het daarom te lezen dat het ZCFC in 1944 – in de bitterste, donkerste periode van de oorlog – lukte om een toernooi te organiseren. Het ging de geschiedenis in als het ‘Consi-toernooi’, want de prijzen bestonden uit 16 peperdure pakjes sigaretten van het merk Consi, die op de zwarte markt 60 gulden (zo’n s 25) per pakje opbrachten. Ook te winnen waren 15, eveneens kostbare, pakken havermout. De deelnemende clubs – Zaanse Boys, Blauw-Wit, en Jong Holland – verschenen uiteraard in hun sterkste opstelling. Zet bereikte de finale en stond tegen Zaanse Boys 10 minuten voor tijd nog met 3-0 achter. Maar door een ‘droomomzetting’ – linksback Nack Bosboom werd linksbuiten en scoorde vanaf die positie vier keer – gingen de felbegeerde sigaretten naar de Zetters, maar namen de spelers van Zaanse Boys maar wat graag genoegen met de havermout. Verder werd er dat seizoen niet meer gevoetbald. En vergaderd werd er ook nauwelijks. Om de leden bijeen te krijgen moest het bestuur vergunning aanvragen bij de Duitse bezetter – in dit geval de Gewestelijke Politiepresident – die moest worden aangeschreven als ‘edelgrootachtbare heer’. Bovendien moest eerst de agenda worden getoond alvorens al of geen toestemming werd gegeven. Weer verder November 1947. De vijf oorlogsjaren zijn voorbij. Een tijd waarin de wereld door geweld, terreur en daarmee gepaard gaande ellende op haar kop stond. Tussen 1940 en 1945, toen Nederland door de Duitse overheersers was bezet, raakte veel en later vrijwel alles van slag. Ook het verenigingsleven. Nu hernam het gewone leven weer zijn loop. 10-0 en meer Uit een relaas, opgeschreven bij het 30-jarig bestaan, blijkt dat er al snel weer werd gevoetbald. ZCFC speelde vanaf najaar ’45 met twee teams tegen de lagere elftallen van Zaanse zondagclubs. Dicht bij huis en geen reiskosten. Een 10-0 nederlaag of soms nog meer tegen een vijfde elftal van bijvoorbeeld ZFC was dan heel normaal. Voor thuiswedstrijden kon Zet aanvankelijk terecht op het veld van de voetbalvereniging Westzaan, maar na een jaar kwam ZCFC weer zonder veld te zitten en konden alleen nog uitwedstrijden worden gespeeld. Wel was er nog een eerder ‘uitstapje’ naar de Westzanerdijk, maar dat was van korte duur. “Dat kwam zo: We mochten het afgekeurde veld van Zaanse Boys aan de Westzanerdijk gebruiken. We moesten het echter eerst opknappen. Met auto’s van gebroeders Gerrit en Herman IJskes werd grond aangevoerd. Het terrein werd vergroot, kortom: de hele zomer werd er door onze mensen aan gewerkt. Na er twee wedstrijden op te hebben gespeeld, werd het alsnog afgekeurd.”

1e elftal 1947 ZCFC

1e elftal 1947 – 2e Pinksterdag, Deventer Boven v.l.n.r: H.W. Freeke, Jaap Stroobach, Jan Zwier, Jaap van Braam, Jo Moerland, Nack Bosboom, Jan van Zaane, Wichert Kromkamp, Henk Kruyver. Onder v.l.n.r.: Gerrit IJskes, Henk IJskes, Gerrit van der Stelt, Gerrit van Lingen, Piet Hartog, Jan Hartog

In het jubileumboek uit 1981 staat een door Han de Jong (jarenlang clubbladredacteur en gekend ZCFC’er) geschreven stuk over de eerste jaren na ’45. “Mei 1945. Nederland is bevrijd. ZCFC maakte de balans op: 36 leden, 3 oude ballen waarvan 2 zonder binnenbal, 2 nieuwe ballen, 1 ballenpomp en 1 priem. Op 4 juni, een maand na de bevrijding, kwamen de leden voor een vergadering in De Harmonie (hoek Stationsstraat/ Rustenburg) bijeen. “We slaan de hand aan de ploeg en gaan met vereende krachten onze vereniging weer opbouwen”, zo luidde de uitnodiging. Alles was schaars en ‘op de bon’. In november 1945 kreeg Zet van de KNVB een zegel voor de aanschaf van 1 binnen/buitenbal. Kosten: f 24,50 en te kopen bij de Zaanlandse Schoenhandel in de Westzijde. Daar kostten de scheenbeschermers f 1,25 per stel, losse nopjes voor de voetbalschoenen 90 cent per dozijn. En, liet de winkelier vol trots weten, binnenkort zijn ook weer veters leverbaar.”